Dekwerk

Uiteraard is het dek van een boot een belangrijk onderdeel. Je kunt erop lopen, en het houdt de elementen buiten. Als het goed is. Verder is het dek een belangrijk element in de structuur van een boot. Zonder dek (en kajuit) is de romp een slappe huls. Het dek maakt het tot een constructief geheel dat het schip haar stijfheid verleent. Dit overigens naast de versterkingen in de romp (spanten en stringers). Bijzonder aan Amels is dat het dek aan de romp is vast gelamineerd met glasvezel en polyester. Dat maakt de verbinding bovengemiddeld sterk. Vaak worden dek en romp verbonden met kit en bouten. Dat kan ook, maar is minder sterk.


Het dek van Westwind wijkt af van andere Amels uit die jaren, doordat er geen imitatie teak op is aangebracht. Dat zie je tegenwoordig vaker op schepen, maar in de jaren tachtig en negentig was het bijzonder. Het fenomeen van een teakdek is hoe dan ook apart. Op een houten schip is het niet onlogisch: het is duurzaam (teak rot niet, want is ongevoelig voor schimmels), en je moet het dek toch ergens mee dicht maken. Maar op een stalen, aluminium of polyester schip is het eigenlijk een anachronisme. Een schip is eigenlijk beter zonder teak. Teak is niet nodig om een ander dek water dicht te maken, antislip kan je eenvoudig op een andere manier bereiken, het schip is lichter, minder warm (een teakdek wordt in de zon echt behoorlijk heet onder de voeten) en je bespaart een hoop ontbossing. Zeker een schip met een 20 jaar oud teakdek is een probleem: dan moet het vervangen worden, en alle gaten die in het eigenlijke dek zitten moeten worden gedicht. En dan moet je maar hopen dat eronder zich geen corrosie bevindt of vocht in de kern van het polyester dek.

Dat laatste hebben we op onze Nicholson 43 helaas aan de hand gehad: het kernmateriaal (balsa) was na 40 jaar helaas veranderd in turfmolm. Dus de beslissing genomen het teak, de toplaag van het dek en het kernmateriaal te verwijderen en een nieuw dek te construeren. Kostbaar, maar anders kan je je boot gewoon afdanken. Gek genoeg, toen we Winsome later verkochten, wilde een potentiële koper er weer teak op opleggen (en de kosten daarvan in mindering brengen op het uit te brengen bod). Bizar natuurlijk.

Maar goed, Westwind heeft geen teak, zelfs geen imitatieteak (wat dan weer bijzonder is voor een Amel). Ik vind dat niet erg eigenlijk. Wel is het dek al eerder een keer geschilderd, en wel in Tunesie in 2011. Toen we Westwind kochten begon op een enkel plekje de antislipverf los te komen. Dat proces bleek onomkeerbaar en begon zich zelf te versnellen. Ook ontstonden er haarscheurtjes in de overgang van horizontale naar verticale vlakken. Dat wordt in de loop van de tijd ook niet beter en leidt potentieel tot inwerking van vocht in het polyester dek. Het zag er ook niet uit trouwens. Dus na zelf wat pogingen ondernomen te hebben nu dan maar de klus laten aanpakken. Ik heb dat zelf een keer eerder gedaan bij een behoorlijk kleiner schip. Dat kan wel, maar is erg veel werk, en daar heb je tijd voor nodig, en het is toch de vraag of het zelf echt goed krijgt. Zo’n boot moet ook weer keer verkocht worden tenslotte.

Dus nu is alle oude verf eraf geschuurd, zijn de haarscheuren in de hoeken aangepakt, en zijn de inmiddels niet echt doorzichtige ramen van de buiskap (en prominent onderdeel van onze Amel) aangepakt. Dat was veel werk. Voor zover ik dat heb kunnen zien ongeveer 10 dagen schuurwerk  voor drie man. Na het schuren komt de primer, dan het plamuren, dan opnieuw schuren, dan de witte lak, en vervolgens de antislipverf. Alles bij elkaar 50 tot 60 mandagen. Wat ik wel mooi vond om mee te maken (we hebben er twee weken van meegemaakt) is de instelling van de mannen van Cantieri Mulas in Arbatax op Sardinië die eraan werkten, met name degene die het schilderwerk voor zijn rekening nam. Kort samengevat: als je het doet, doe het dan goed. Met oog voor detail en trots op het resultaat.

Het resultaat is dus prima, en het verschil is verbluffend. Nu hadden we de kuip niet mee laten nemen deze keer. Dus dat steekt een beetje af. Dat moet ik dan maar weer eens zelf aanpakken, maar deze klus heeft het nog niet tot de klussenlijst geschopt. Voorlopig eerst maar eens genieten van dit resultaat.

Planning en werkelijkheid


Inmiddels gaan we eind april 2023 alweer bijna onze 4de week in Arbatax in. In onze oorspronkelijke planning zouden we 2 of 3 dagen in een hotel zijn en zou de boot in de 2de week van april het water ingaan. Dan zouden wij 3 weken hebben om de boot vaarklaar te maken: bevoorraden, opruimen, schoonmaken, zeilen aanslaan. Dit zouden we kunnen doen met de auto onder handbereik – handig voor bevoorrading en het vinden van onderdelen of gereedschap dat blijkt te ontbreken. Strak plan. Op papier.

In de werkelijkheid worden klussen aan de boot gedaan door ZZPers, verbonden aan de werf in Arbatax. Vanuit de werf is er geen merkbare planning of aansturing. De werkers zijn hoog gespecialiseerd, buitengewoon goed in hun vak en zelfsturend. Ze zijn verder Sardijns, wat volgens Italiaanse interpretatie van eigenschappen betekent dat ze trots en eigengereid zijn – meer dan de gemiddelde Italiaan blijkbaar. Dit alles vraagt van ons maximale flexibiliteit. Enige vorm van sturing – pogingen om gezamenlijke planningen op te stellen, bonussen op versnelling en dergelijke – wordt snel een vorm van mentaal armpje druk, dat wij hoe dan ook verliezen. We leren in hoog tempo belangrijke Italiaanse woorden en begrippen, zoals forse (misschien), possibile (mogelijk) en puoi – o non puoi (dat kan – of niet). Het enige dat helpt is mateloze bewondering tonen voor de kwaliteit van het geleverde werk. En dat is niet moeilijk, want het werk is echt voortreffelijk.

Voor ons beiden is dit een flinke les. Wij zijn beiden gewend om processen in de werkelijkheid in theoretische modellen te gieten, waarbij vaak resultaten centraal staan – en niet de mensen die het werk doen. Onze Sardijnse werkers trekken zich geen bal aan van onze planningen en modellen. Zij doen wat zij goed en belangrijk vinden. Ze zijn trots op het eindproduct en voelen zich daar werkelijk eigenaar van. In hun eigen tijd, op hun eigen manier. Wij moeten nog even oefenen om onze plaats in dit proces te vinden. Zij helpen ons daarbij.

We hebben uiteindelijk de beslissing genomen om ons aanvankelijke plan volledig te schrappen. De boot gaat het water niet in voor 12 mei. Wij geven het afronden van de werkzaamheden alle benodigde ruimte. 5 mei vertrekken we weer naar Nederland om de auto terug te rijden en 12 mei vliegen we met een enkeltje naar Sardinië. Het vaarklaar maken van de boot kan hopelijk de 2de helft van mei. En het vertrek zal dan rond 1 juni worden. Puoi – o non puoi.  

Vertraging als concept

Een belangrijk kenmerk van het laten uitvoeren van werkzaamheden aan de boot is dat ze uitlopen…. Daar leer je in de loop van de jaren wel rekening mee te houden, maar dat neemt niet weg dat het toch altijd uitloopt. Eerlijk is eerlijk: dat geldt ook voor de dingen die je zelf doet. Ook daar leer je om ruimer te plannen…en dan nog valt het nogal eens tegen.


Waarom is dat eigenlijk zo?
Om te beginnen omdat boten bijna nooit een standaard product zijn. Zeker een oude boot is dat niet, want daar is door voorafgaande eigenaren, ‘technicians’ en werven al behoorlijk wat aan geknutseld. Soms goed, vaker niet goed. Dus als je zelf eens aan de gang gaat dan moet je vaak eerst  uitzoeken wat er in het verleden allemaal aan gedaan is. Met name bij de electrische installatie is dat een uitdaging. Ook omdat de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit daarvan in de loop der jaren zijn toegenomen, maar ook omdat er in de veertig jaar dat Westwind heeft rondgevaren er talloze veranderingen zijn aangebracht. Maar het geldt bepaald niet alleen voor de elektrische installatie. Kortom: een klus kan soms ingewikkelder zijn dan vooraf gedacht.

Verder onderschat je vaak hoeveel werk het eigenlijk is, en dat kan – als je het zelf doet – heel gemakkelijk vanwege gebrek aan ervaring. Hoeveel werk is het niet om te schuren, af te plakken en te lakken, en vooral om dat netjes te doen. Schilderen zonder druipers en zakkers is echt een kunst, die ik nu pas na veertig jaar een beetje beheers. Verder heb je voor technische problemen – bijvoorbeeld rond de motor – vaak speciaal gereedschap nodig, of eigenlijk vier handen.

Technische kennis, ervaring en gereedschap zou je toch in ieder geval wel verwachten bij professionals die je het werk laat doen. Maar die hebben dan toch ook wel weer te maken met het gegeven dat een boot geen standaard product is. Of dat er onderdelen moeten worden besteld, of dat het weer tegen kan zitten, of dat het een nationale feestdag is…Kortom: jouw deadline is vaak hun deadline niet.

Praktische voorbeelden?
Ik heb wel eens teak in de kuip van ons Waarschip 725 gelegd in wind en regen terwijl de boot buiten gestald stond. Niet echt fijn. Dat duurde dus wat langer. Daarna zelf het dek gerenoveerd van een Dufour Arpege, in een voorjaar dat heel lang duurde met temperaturen nauwelijks boven nul in een onverwarmde loods. Dan kan je dus niet met twee componenten schilderen, dus dat liep enorm uit. Trouwens ook omdat het heel veel werk was, meer dan je aan de voorkant kon inschatten (meer delaminatie in het dek dan gedacht bijvoorbeeld, en een lek in de polyester bekleding van de kiel). Vervolgens een keer een complete dekrenovatie van onze Nicholson 43. Fantastisch gedaan, maar kostte heel veel meer tijd, dus daar ging een half vaarseizoen. Had ook een heel seizoen kunnen zijn trouwens. Daarna de revisie van de Perkins van onze S&S 44. Daar was de complicatie dat de boot in Turkije was, en de onderdelen daar ingewikkeld te krijgen waren. Met de werf de list verzonnen dat de onderdelen naar een nabijgelegen Grieks eiland zouden worden gestuurd, waar men toch wel regelmatig naar toeging. Scheelde weer invoerrechten en het ging ook sneller. Neemt niet weg dat de revisie ongeveer nog moest beginnen toen wij aankwamen voor onze vakantie. De inbouw van een nieuwe motor van onze Amel (dit is echt de laatste projectboot…) in Zuid Frankrijk leverde een vertraging op van drie maanden, door slechte planning. Ditmaal waren de Britse vader en zoon verantwoordelijk, want die hadden voor dat voorjaar de heupoperatie van vader niet ingepland…Een verhaal op zichzelf…En nu hebben we pas een vertraging van 10 dagen bij het afronden van het schilderen van Westwind. Dit keer op Sardinië. Het weer viel tegen, en de planning was niet bijzonder goed. Tegelijkertijd staat onze sloep in Nederland zodanig opgeborgen dat ik er dit voorjaar niet bij kon, zodat ook die zes weken vertraagd is, nu doordat het weer in Nederland zo beroerd was, zodat alle boten pas later in beweging kwamen…

Is daar nou een rode draad?
Wel een paar:
1) Het is pas echt vervelend wanneer je vervolgplanning er enorm van afhankelijk is, zoals in 2019 met de inbouw van een nieuwe motor in Zuid Frankrijk. Dan baal je pas echt. De les is dus: bouw veel ruimte in, en maak je vaarplan er niet van afhankelijk. Zorg ervoor dat ‘time on your side is’. Plan dus niet alleen, maar kijk ook naar je context.
2) Boten zijn ingewikkeld, zeker oude boten, dus dingen vallen tegen. Verder hebben werven rond de Middellandse Zee wel eens de neiging om jou naar de mond te praten. Luister goed naar slagen om de arm, hoe minuscuul ook.
3) Jouw planning is niet de planning van de werf.
4) Het weer kan zeker tegen zitten. In Nederland, maar ook elders. In de zomer in de Middellandse zee kan je vanaf eind juni eigenlijk niet goed meer werken, en zijn de werkzame uren echt beperkt tot de vroege ochtend en de late middag. Werken met 30 tot 35 graden (of meer) op het beton van een haventerrein is echt geen pretje. Schilderen kan dan eigenlijk niet goed, behalve antifouling.
5) Het is niet afhankelijk van landsaard….wij zijn vertragingen in Nederland, Frankrijk, Turkije en Italië tegengekomen. Het zal dus wel aan ons liggen, vermoedelijk begint dat bij het definiëren van de situatie als vertraging…

Maar het allerbelangrijkste: het zijn luxeproblemen. Dus blijf er de lol van inzien, en beschouw het als een goede oefening in geduld.  Denk aan ‘Zen and the art of boating’ (dat boek moet nog een keer geschreven worden)… Zorg er voor dat time on your side is. Op een ander moment zal ik nog wel eens onderzoeken wat ik vanuit mijn lean expertise van de afgelopen jaren hierover zou kunnen zeggen. Maar ook hier geldt: ask why, go and see, show respect..

De tuigage


Westwind is kitsgetuigd, en uitgerust met Profurl rolzeilen voor het grootzeil, de bezaan en de genua. Bijzonder is dat de rolzeilen voor bezaan en grootzeil opgerold worden in de giek. Het Profurl systeem is een van de eerste systemen daarvoor. In de praktijk werkt dat goed, waarbij het wel van belang is om voldoende spanning op het rolziel in de giek te houden, zeker wanneer je gereefd vaart.

Toen we Westwind kochten hebben we als eerste de hele tuigage laten controleren en de stagen laten vervangen. Dat was al lange tijd niet gebeurd. Daarnaast zijn alle vallen, en de bedrading in de masten vervangen. Verder zijn er een nieuw ankerlicht en driekleurentoplicht, een nieuw stoom en deklicht en nieuwe marifoonantennes (op beide masten 1) geplaatst.

Controle was geen overbodige luxe. De zalingen van de hoofdmast waren gescheurd en er zaten haarscheuren in de bevestiging van het voorstag. Verder hebben we de bevestiging van de versleten windgenerator (gegalvaniseerd staal) verwijderd en is de windgenerator afgedankt. Te versleten om nog iets mee te doen. We hebben ook maar geen nieuwe laten plaatsen.

De zeilen waren nog goed, en in 2022 hebben we de genua laten wassen en laten voorzien van een nieuwe UV beschermingsstrook. Dat scheelde een stuk. Verder is er een nieuwe gennaker gekomen en een bezaan stagzeil. Die moeten we hoognodig eens gezamenlijk uitproberen.