Oversteken naar de Canarische Eilanden

Na maanden van voorbereiding was het eindelijk zover: eind september lieten we Nederland achter ons voor acht maanden zeilen, zon, zout en waarschijnlijk een hoop onverwachte klussen. In Motril, Spanje, pikten we onze Westwind weer op — klaar (nou ja, bijna klaar) voor het volgende hoofdstuk: de oversteek naar de Canarische Eilanden. Natuurlijk moest er nog wat werk worden gedaan — een nieuwe generator en een nieuw grootzeil, bijvoorbeeld.
Zo hadden de Spaanse monteurs het afregelen van de generator van het prachtige Friese merk WhisperPower – heel verstandig – uitgesteld tot wij zelf aan boord waren. De generator kwam pas tot leven na interventie van een oude Spaanse sjamaan-mecanicien: stekker eruit, peinzend bekijken, stekker erin – en een stevige portie mentale ondersteuning vanuit Drachstercompagnie.

Na een bevoorrading in een verbijsterend goedkope Spaanse supermarkt en de vertrouwde twee dagen verwaaid liggen door een keiharde westenwind, vertrokken we richting Portugal, waar zoon Bastiaan aan boord zou stappen. We voeren van het vertrouwde vaargebied van de Middellandse Zee via de Straat van Gibraltar naar de Noord-Atlantische Oceaan. Blijkbaar zijn we de afgelopen jaren iets té relaxed gaan varen – weinig golven, weinig wind – want dat werd bij Gibraltar meteen rechtgezet. Terwijl we op de steeds hogere deining begonnen te stuiteren, besloot een onderdeel van de boot, de jockeypole, zichzelf te bevrijden.
Rob en ik zagen met afgrijzen – in slow motion natuurlijk – de aluminium paal van 1,60 meter loskomen, even twijfelen (“dek of zee?”), en vervolgens resoluut kiezen voor de ruim 270 meter diepe trog bij Gibraltar.
Vervanging van dit unieke Amel-systeem is, laten we zeggen, een project. Gelukkig helpt een ander prachtig Nederlands vakbedrijf, Neutmast in Enkhuizen en Middelharnis, ons aan een oplossing. Hopelijk is die er voor 15 november, zodat Bastiaan het nieuwe exemplaar in zijn skitas kan meenemen naar Las Palmas.
Onze vertrekhaven vanuit Portugal was Vila Real de Santo António, een charmant stadje met een 18e-eeuws havenfront en een gezellig hoofdplein. Voor ons drieën was dit de eerste échte meerdaagse overtocht — een prima generale repetitie voor de Atlantische oversteek naar de Caraïben op 23 november. We deden er drie dagen en twintig uur over om ruim 600 nautische mijlen naar Lanzarote te varen. Buitengewoon voorspoedig dus.


Wat we geleerd hebben?
Om te beginnen: borg alles wat je kunt borgen met touwtjes. Vooral je jockeypoles.
Verder hebben we ervaren hoe het is om in een voortdurend bewegende boot alles te doen — koken, slapen, douchen. Alles duurt langer en vraagt om uitvoeringsstrategieën.
Koken: bereid zoveel mogelijk voor en kook op momenten dat de boot even wat rustiger ligt — ook al is dat ’s ochtends vroeg. Dit inzicht kwam tot me toen ik een kom met nog te kloppen eieren na horizontale lancering nét op tijd kon opvangen.
Slapen: doe het wanneer het kan. Door de wachten slaap je niet meer 7 à 8 uur aaneengesloten. En als de boot rolt, rol jij vrolijk mee. Dat betekent veel wakker worden en jezelf telkens weer ergens tussen kussens en schotten proberen vast te klemmen.
Douchen: koud water, kleine cabine. Genoeg gezegd.
Maar al die aanpassingen zijn het dubbel en dwars waard. Want wat je ervoor terugkrijgt, is de ongenaakbare schoonheid van de Atlantische Oceaan: het licht, de ruimte, en een dageraad met twintig dolfijnen die om de boot spelen.


De Westwind ligt inmiddels veilig voor anker bij Lanzarote, de bemanning is weer uitgeslapen en de eieren blijven tegenwoordig netjes in hun kom. De volgende stap: voorbereidingen voor de grote sprong — de oversteek naar de Caraïben.