De vraag stellen is hem beantwoorden, zeggen ze wel eens, maar bij boten ligt dat toch wat complexer. Want een boot is nooit helemaal klaar; er zijn altijd nog kleinere klusjes die gedaan moeten worden. Maar voldoende klaar is Westwind wel. Denk ik. Dat hangt er nog wel een beetje vanaf of de laatste klussen in Spanje goed worden uitgevoerd.
Dit voorjaar zijn we speciaal twee weken naar Sardinië gegaan om daar behoorlijk aan de boot te klussen, in de wetenschap dat Westwind ook nog drie maanden in Zuid-Spanje (in Motril om precies te zijn) de kant op zou gaan. Dat was maar goed ook. In Sardinië hadden we een behoorlijke kluslijst, vooral bestaand uit het vervangen van de Raymarine-plotters en het installeren van een nieuwe Raymarine-stuurautomaat, en het renoveren van de toilet- en doucheruimte in het voorschip. Dat is allemaal goed gelukt. Alleen bleek bij de douchecabine een deel van een schot zacht te zijn (en dus rot). Daar kom je natuurlijk pas achter als je gaat renoveren…die klus is dus meegegaan naar Spanje.
Verder hebben we deze zomer ook nog de digitale veiligheidsinspectie gedaan met iemand van de ARC-organisatie. Erg nuttig! Veel is op orde, maar puntjes op de i kan geen kwaad. Zo had ik natuurlijk een doos met houten pluggen voor het geval er een probleem ontstaat met een afsluiter. Maar die doos was keurig opgeborgen ergens. En nu heeft iedere afsluiter een eigen plug. En staan de naam en het MMSI-nummer van de boot op de reddingsmiddelen. En heb ik een vuurvaste handschoen voor het afsteken van noodvuurpijlen. En prachtige plattegronden van de boot waarop alle veiligheidsuitrusting is aangegeven, plus de afsluiters, plus de hoofdschakelaars. Er was ook iets wat we niet hadden… een werplijn. Die is nu ook onderweg naar Spanje.


Tijdens de tocht van Sardinië naar Spanje hadden we een mooie gelegenheid om de watermaker uit te proberen. En dat ging wonderwel goed: prima drinkbaar, en met minder PPM (vaste deeltjes in het water, uitgedrukt als Parts Per Million) dan het drinkwater uit de kraan (ook in Nederland trouwens; daar hebben we ongeveer 250 PPM, en onze watermaker kwam op 80 PPM). Alleen: na gebruik moet de watermaker ook geconserveerd worden, zeker als hij meer dan 1 tot 2 weken niet gebruikt wordt. Dat conserveermiddel dacht ik nog aan boord te hebben (en dat was ook zo), maar niet in bruikbare staat. Later, op de kant in Spanje, heb ik dat gelukkig kunnen laten doen, na enige naspeuringen waar dat mee kan. Namelijk met ethyleenglycol, een indifferente heldere vloeistof die als koel- en conserveringsmiddel in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt, maar ook in cosmetica en zelfs in wijn (om de wijn mooier in het glas te laten hangen). Kortom: dat durf ik ook wel in de watermaker te gebruiken. Het spul is wel lastig verkrijgbaar, althans in watersportzaken. Via internet lukte dat verder prima, onder andere via een bedrijf dat grondstoffen voor laboratoria maakt.
Wat tijdens de tocht naar Spanje minder goed ging was de generator. En die hebben we echt wel nodig tijdens de langere overtochten, voor 220 volt en voor het opladen van de accu’s (ook voor de watermaker en de vriezer). Hij draaide wel, maar leverde onvoldoende spanning: 180–185 volt. Dat was duidelijk anders dan vorig jaar. En trouwens ook niet de eerste keer dat we er problemen mee hadden. Een paar jaar terug heeft een lekkende waterpomp van de generator ervoor gezorgd dat het hele apparaat is onder gesproeid met zout water (binnen de fijne geluidsdichte kast). Sindsdien is de betrouwbaarheid door corrosie matig. Na wat vijven en zessen dus ook besloten om de generator te vervangen. De nieuwe generator (een Whisperpower Piccolo 5) is met essentiële hulp van mijn vaste adres in Weesp (Marco de Bruyn van De Bruyn Watersportservice) inmiddels in Spanje aangekomen. Normaal is de levertijd namelijk vijf weken en duurt het transport ook een week, en nu is het gelukt om dat in minder dan de helft van de tijd te doen.
Verder hebben we lopen aarzelen over het aan boord hebben van een vriezer. Ik had een tafelmodelletje op 220 volt meegenomen toen we naar Sardinië gingen, maar bij het uittesten bleek dat toch wel veel stroom te trekken en ook de boot op te warmen. Nu hebben we ook een ingebouwde koel/vrieskist in de kajuit, en die blijkt best behoorlijk koel te kunnen worden, maar niet te kunnen vriezen met de compressor die erin zit. Verder verwarmt ook deze compressor de boot, en dat is met warm weer helemaal niet fijn. Dus er staat nu een zwaardere unit in van Frigomatic, met kielkoeling. Dat laatste hadden we ook op ons vorige schip, en dat beviel prima. Dus de vriezer is nu ook geregeld.
En dan nog de tuigage. Die is gecontroleerd door de professionele tuiger vanuit Marina Motril, en op een paar punten verbeterd. Toch ook wat corrosie tussen de stagen en de zalingen (ook al is alles nog maar zes jaar oud). En ook maar een nieuw grootzeil aangeschaft. Het zeil dat we hadden was niet goed reefbaar, en dat wil je toch echt wel kunnen. Het rolde wel op, maar het achterlijk bleef veel te ruim, omdat daar geen schuimstroken ingebouwd zijn. Vorig jaar hadden we al een nieuwe bezaan aangeschaft, en dat scheelde enorm. Dus nu toch ook maar de stap gezet voor het grootzeil. Als we er iets aan willen hebben, beter nu dan over twee jaar, dacht ik zo.
Ik hoop wel dat het met de grote aanschaffen nu zo’n beetje klaar is. Verder natuurlijk nog genoeg kleine klusjes, maar die werken we wel af als we weer op de boot zijn, over twee weken. Zoals een nieuw LED-zoeklicht, en een nieuwe koperen strip voor het ‘bondingsysteem’ van Amel (waarin alle corrosiegevoelige onderdelen van het schip met elkaar en met een grote anode op het roer verbonden zijn). Het idee is dat alleen die anode aangetast wordt, en de rest niet. Op Westwind is dat systeem niet helemaal compleet meer, dus dat is ook nog een klusje. En dat zijn een paar voorbeeldjes. O ja, en het definitief inrichten van de grabbags en natuurlijk het inslaan van voldoende voorraden. En kaarten, en almanakken, etc. etc.
Wat toch wel opvalt is dat de lijst aan veiligheidseisen en betrouwbaarheidseisen toch anders is met zo’n oversteek in het vooruitzicht. De afgelopen jaren vaar je toch vrijwel altijd met land in zicht, of land binnen 2 tot 3 dagen binnen bereik. Dat is nu wezenlijk anders. Wel jammer is dat we één veiligheidsrisico niet goed kunnen ondervangen, en dat is de aanwezigheid van orca’s bij de uit- en ingang van de Middellandse Zee. De eerste vaarweek (van Motril naar Portugal) wordt dus eigenlijk de meest spannende.
– Rob
Lieve Rob en Saskia
Indrukwekkend wat jullie allemaal nodig hebben en nog regelen. Ik begrijp dat de oversteek nabij is.
Ik probeer jullie te volgen. Kom in goede gezondheid weer terug maar vooral geniet van de droom die jullie gaan waarmaken
Ik zie jullie graag terug en veel liefs Anke
Dank je wel, we racen nu naar de startlijn. Volgend jaar weer verder in NL!
Tjonge, wat een verhaal. En een forse investering weer. Is zo’n boot wel PFZW proof Rob?
Hopelijk is het nu klaar en gaan jullie veilig op reis. Succes en geniet ervan.
Ik blijf jullie volgen.
Hartelijke groeten,
Rinus
Dank je wel, gelukkig hoeven we maar 1 keer per jaar PFZW proof af te geven en zo lang zijn we niet in het buitenland. Volgend jaar mei in NL weer verder!
Hi Saskia en Rob,
Wat komt er allemaal veel bij kijken zeg! Zoveel klussen allemaal nog. Goed dat jullie het eerste traject in veilige afstand van land hebben gedaan.
Heel veel succes met het volgende traject!
Hartelijke groet,
Leonie
Dank je wel, we racen nu echt naar de startlijn. 🙂